
Menopauze vergroot risico op hartziekten: tijd voor gericht beleid
Vrouwen leven langer dan mannen, maar dat betekent niet automatisch dat ze gezonder oud worden. Tijdens de overgang – of menopauze – verandert er veel in het lichaam van een vrouw. Een recent onderzoek, gebaseerd op Lifelines-gegevens van meer dan 63.000 vrouwen, laat zien dat die veranderingen niet alleen invloed hebben op het welzijn van vrouwen, maar ook op hun risico op hart- en vaatziekten. En dat vraagt om aandacht vanuit beleid.

Wat is er precies onderzocht?
De studie keek naar hoe leeftijd en menopauze afzonderlijk invloed hebben op risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals cholesterol, bloeddruk en gewicht. Want hoewel veroudering en de overgang vaak samen optreden, zijn het twee verschillende processen. Dankzij de omvangrijke Lifelines-database konden onderzoekers deze effecten goed van elkaar onderscheiden.
Wat blijkt? Vrouwen die in de overgang zijn geweest – de zogenaamde postmenopauzale vrouwen – hebben vaak een hoger cholesterol dan vrouwen van dezelfde leeftijd die nog niet in de overgang zijn. Ook het ‘slechte’ LDL-cholesterol is bij hen verhoogd. Daarnaast zijn vrouwen die door een medische ingreep vervroegd in de overgang zijn gekomen, gemiddeld zwaarder dan hun leeftijdsgenoten.
Toch is niet alles toe te schrijven aan de overgang. De onderzoekers zagen dat leeftijd op zichzelf ook een grote rol speelt bij het ontwikkelen van risicofactoren. Oudere vrouwen hebben – ongeacht hun overgangsstatus – vaker een hogere bloeddruk en meer kans op overgewicht.
Waarom is dit relevant voor beleid?
Hart- en vaatziekten zijn nog altijd de belangrijkste doodsoorzaak onder vrouwen. Tegelijkertijd is de bewustwording over specifieke risicofactoren bij vrouwen nog relatief laag – zowel bij vrouwen zelf als bij professionals. Dit onderzoek maakt duidelijk dat het belangrijk is om in preventiebeleid niet alleen te focussen op ‘veroudering’ in brede zin, maar ook oog te hebben voor de overgang als aparte risicofactor.
Dat vraagt om gerichte aandacht in gezondheidsprogramma’s, bijvoorbeeld in de vorm van extra screeningsmomenten voor cholesterol en bloeddruk voor vrouwen rond de overgangsleeftijd. Ook voorlichting over een gezonde leefstijl, voldoende beweging en voeding kan helpen om risicofactoren vroegtijdig aan te pakken. En in het geval van een medische menopauze – bijvoorbeeld door het verwijderen van eierstokken – is het belangrijk dat vrouwen goede begeleiding krijgen om gewichtstoename en andere risico’s te beperken.


Wat kunnen beleidsmakers doen?
Voor beleidsmakers biedt dit onderzoek een stevig wetenschappelijk fundament voor maatregelen die bijdragen aan de gezondheid van vrouwen op de lange termijn. Denk aan:
- het opnemen van menopauze-specifieke zorg in preventiebeleid;
- stimuleren van huisartsenzorg en gynaecologie om actief over risicofactoren te spreken;
- en regionale campagnes die vrouwen bewust maken van het belang van hartgezondheid tijdens en na de overgang.
Daarnaast is samenwerking met werkgevers van belang, want ook op de werkvloer kunnen overgangsklachten en hartgezondheid samenhangen met inzetbaarheid en verzuim. Een integrale benadering – van zorg tot werk – is cruciaal.
Tot slot
De overgang is geen ziekte, maar een natuurlijke levensfase. Toch heeft deze fase grote invloed op de gezondheid van vrouwen. Dankzij onderzoek zoals dit van Lifelines hebben we nu beter zicht op waar kansen liggen voor preventie. Het is aan beleidsmakers om die inzichten te vertalen naar actie, zodat vrouwen gezond en vitaal ouder kunnen worden.
