
Jong en vrouw? Dan denk je wellicht anders over gender dan je opa
Hoe divers in genderidentiteit en genderollen is de algemene bevolking? En in hoeverre volgen mensen nog de traditionele ideeën over wat ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ gedrag is? Die vragen staan centraal in een recent onderzoek van dr. Sarah Burke en haar collega's van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij gebruikten daarvoor gegevens van meer dan 63.000 Lifelines-deelnemers. Met behulp van deze gegevens kon zij iets zeggen over hoe divers gender, zowel identeit als rollen, is in Nederland, op een manier die nog niet eerder op zo’n grote schaal is gedaan.
Wat is genderidentiteit en wat zijn genderrollen?
Iedereen heeft een genderidentiteit: dat is het gevoel of je jezelf man, vrouw, beide of geen van beide voelt. Voor veel mensen komt dit overeen met het geslacht dat ze bij geboorte kregen toegewezen, maar dat is niet voor iedereen zo. Sommige mensen voelen zich juist ergens tussenin, of herkennen zich niet in de standaard hokjes ‘man’ of ‘vrouw’. Daarnaast bestaan er genderrollen: maatschappelijke ideeën en verwachtingen over hoe ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ iemand zich hoort te gedragen. Deze beelden kunnen beïnvloed worden door cultuur, opvoeding, leeftijd en omgeving. Denk aan verwachtingen over wie zorgzaam hoort te zijn, wie assertief moet optreden, of wie zich kwetsbaar mag opstellen, wat je kledingstijl is.
Wat is er onderzocht?
In de derde onderzoeksronde van Lifelines (2019–2023) kregen deelnemers van 18 jaar en ouder verschillende vragen over hun genderidentiteit en over hoe mannelijk én hoe vrouwelijk ze zichzelf vinden in gedrag. Ze konden het daarbij ook zelf aangeven als ze zich niet volledig man of vrouw voelen, bijvoorbeeld non-binair of een andere identiteit. Daarnaast vulden deelnemers twee schalen in waarop ze konden aangeven in welke mate ze zich herkennen in rollen die als typisch mannelijk en als typisch vrouwelijk worden gezien. De onderzoekers bekeken hoe deze antwoorden samenhangen met leeftijd en geregistreerd geslacht, en analyseerden zo verschillen tussen groepen.
Wat viel op?
- De grote meerderheid van de deelnemers identificeerde zich als cisgender (dus het geboortegeslacht en de genderidentiteit komen overeen).
- Toch gaven 66 deelnemers aan zich niet als cisgender te identificeren.
- Wat vooral opviel: jonge mensen en mensen die bij geboorte als vrouw geregistreerd zijn waren diverser in hun genderrollen. Zij gaven bijvoorbeeld aan zich minder uitgesproken ‘vrouwelijk’ en ‘mannelijk’ te voelen in gedrag.
- Oudere deelnemers gaven aan zich sterker te herkennen in de traditionele genderrollen dan jongere deelnemers.
- Mensen die als man geregistreerd zijn, gaven vaker aan dat ze zichzelf sterk als ‘mannelijk’ zien in gedrag — sterker dan vrouwen zichzelf als ‘vrouwelijk’ typeren.
Wat betekent dit?
Hoewel de verschillen in het naleven van genderrollen gemiddeld genomen klein zijn, zeggen ze wél iets over diversiteit in onze maatschappij. Jongere generaties lijken gender op een flexibelere manier te beleven dan oudere generaties. En de manier waarop mensen zich gedragen of zich identificeren sluit steeds minder strak aan bij traditionele beelden van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Voor zorgverleners, beleidsmakers en onderzoekers zijn deze inzichten waardevol. Ze laten zien dat genderidentiteit en genderrollen belangrijke persoonlijke kenmerken zijn, die – net als leeftijd of leefstijl – invloed kunnen hebben op gezondheid en welzijn. Door die verschillen goed in beeld te brengen, kunnen zorg en beleid beter afgestemd worden op wat mensen nodig hebben.